Wat is de betekenis van knak (knaks)?

2025-07-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

knak (knaks)

Gekrenkt, geraakt, beledigd; ook: boos, verstoord; - als bijw.: kortaf; ook: precies; - ook als versterkend bnw., m.n. in de vorm knaks : verdomd. Een telegram? Geef maar hier... en spaar uw beenen!” klinkt het knak, WACHTERS 1946, 104. ,,’k Heb ik in mijn leven veel gehoord en gezien,” zegt hij, „maar zo sterven, zo...

Gerelateerde zoekopdrachten