Wat is de betekenis van kluisgat?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kluisgat

o. (-en), I. (scheepsb.) met een koker beklede, schuins naar beneden gaande ronde opening, aan -weerszijden Van de voorsteven van een schip, bestemd om het ankertouw of de ketting door te laten als het schip voor anker ligt; — (zegsw.) door de kluisgaten aan boord gekomen zijn, van onder af op gediend hebben; 2. (fig.) oog: houd je...

2025-07-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

kluisgat

oog In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Van Bolhuis geeft als voorbeeldzin: ‘Kijk uit je kluisgaten.’ Oorspronkelijk is een kluisgat een met een koker beklede, schuin naar beneden gaande ronde opening, aan weerszijden van de voorsteven van een schip, bestemd om het ankertouw of...

2025-07-28
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Kluisgat

Kluisgat - opening van voordek naar buitenkant van de huid, waardoor de ankerketting of -tros wordt gevoerd. Hij bestaat doorgaans uit een koker, waterdicht aan dek en huid verbonden en aan de buitenzijde van de huid voorzien van een → kluisbaard.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kluisgat

s.n., klûs, klûsgat (it).

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kluisgat

openingen aan de voorzijde in de scheepshuid voor het doorlaten der ankerkettingen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kluisgat

o. -gaten (opening in de boeg voor de ankerketting); fig. de kluisgaten, de ogen.

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kluisgat

o/e schip opening i/d boeg, waardoor de ankerketting loopt.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kluisgat

o. (-en) 1. kluis (II 3). 2. mv. ogen : houd je -en open !

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kluisgat

o. (en), 1. (scheepsbouw) met een koker beklede ronde opening aan weerszijden van de voorsteven van een schip, bestemd om het ankertouw of de ketting door te laten; (zegsw.) door de kluisgaten aan boord gekomen zijn, alle rangen doorlopen hebben; 2. (fig.) oog: houd je kluisgaten open, let goed op.