Wat is de betekenis van klink-klank-kloribus, klinkklankklorium?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

klink-klank-kloribus, klinkklankklorium

(18e eeuw, vero.) (inf.) geld. Klanknabootsend. Naar het rinkelend geluid wanneer een muntstuk valt. Vgl. pingping*. • ‘t huis was in de brand, de spuit moest 'er by; en de Ouders oordeelden doch echter, gelyk ook Groot Papa, dat ' t al te laag voor myn Heertje de mensche Fabriekeur zou zyn, dat hy; die veel klink klank kloribus moest er...