Kleinhandel
m., détail-handel, handel die direct aan de verbruikers levert: kleinhandel drijven; — (overdr.) de kleinhandelaars.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., détail-handel, handel die direct aan de verbruikers levert: kleinhandel drijven; — (overdr.) de kleinhandelaars.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip kleinhandel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) detailhandel. handel die bestaat in de directe verkoop van waren in kleine hoeveelheden of aantallen aan particuliere verbruikers; detailhandel. 2) kleinhandelsbedrijf. bedrijf dat waren in kleine hoeveelheden en aantallen direct verkoopt aan de particuliere verbruiker; kl...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kleinhandel - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) de handel die tastbare producten direct aan consumenten verkoopt 2. (economie) een bedrijf die tastbare producten direct aan consumenten verkoopt Woordherkomst samenstelling van klein en handel Synoniemen detailhandel Antoniemen groothandel, grossierderij Ve...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
of detailhandel. De k. beslaat dien tak van den handel, die rechtstreeks contact heeft met den consument. Het is dan ook de taak van den k. om alle verbruiksgoederen tegen zoo weinig mogelijk kosten in het bereik te brengen van den consument, en de voorraadsvorming en het daaraan verbonden risico, zij het ook op betrekkelijk kleine schaal, op zich...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: