Wat is de betekenis van Kläger?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klager

m. (-s), 1. die klaagt, klachten uit; — (spr.) klagers hebben geen nood, en pochers hebben geen brood; 2. die zijn beklag doet; — (recht., veroud.) eiser : waar geen klager is, is geen rechter; thans alleen nog gebruikelijk bij de administratieve rechtspraak.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

klager

Het begrip klager heeft 4 verschillende betekenissen: 1) iemand die weeklaagt. iemand die weeklaagt of jammerklachten uit over het lot, de ellende van mensen. 2) iemand die klaagt over zorgen e.d.. iemand die zijn beklag doet of pleegt te doen over zorgen en moeiten die hij zich moet getroosten of over omstandigheden of tegenspoed di...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klager

klager - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die klaagt 2. (juridisch) iemand die zijn of haar beklag doet (voor een rechtbank) Woordherkomst Naamwoord van handeling van klagen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen [2] eiser

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klager

klager - zelfstandig naamwoord uitspraak: kla-ger 1. iemand die herhaaldelijk zegt dat het niet goed is ♢ bij Schiphol wonen veel klagers over vliegtuiglawaai 1. waar geen klager is, is geen rechter ...

2025-07-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

klager

in: de klagers wonen in de Warmoesstraat, rijke mensen hebben altijd wat te klagen (De Warmoesstraat was de goudkust van de 16de eeuw), Nieuws v.d. d. 18-7-75.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klager

s., kleijer, skriemer, t(s)jirmer.

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kläger

klager, eiser.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klager

m. -s (1 hij die weeklaagt, zijn smart uitstort; 2 iem., die altijd over zorgen of moeite klaagt inz. in zegsw.; 3 iem., die klaagt in bet. 4; 4 iem., die klaagt in bet. 5): 1. de klagers achter de lijkstoet; 2. klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood; 3. de klagers in het klachtenboek; 4. de klager kreeg schadevergoeding.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klager

m. (-s) hij die klaagt: -s hebben geen nood. en pochers hebben geen brood.