kippenneuker
(1964) (scheldw.) letterlijk: iemand die sodomie pleegt met een kip (in die betekenis bijvoorbeeld terug te vinden bij Hans Hoenjet: De wraakengel. 1989) maar in het taalgebruik van jongeren (sedert de tweede helft van de twintigste eeuw) een scheldwoord voor een afschuwelijk of pietluttig persoon; soms ook voor een erg dom iemand. Verder nog gebru...