kiendop
1) (1892) (Barg.) klein persoon; onderkruipsel. Kien is een verbastering van het Franse woord quine, een loterijterm voor 5 aaneengesloten getallen. Het halve bolletje met een nummertje erop heet een kiendopje. Omdat het zo klein is, is men de benaming ook gaan toepassen op een klein iemand. Vooral in het Leidse dialect erg courant maar ook daarbui...