kĕ, keh 1
kĕ, keh [pas uit China aangekomen Chinees]. De Chinezen die pas uit hun vaderland in de Indische Archipel komen, worden daar aangeduid door de naam Sin-kĕ, dat is ‘nieuwgast’, en in het algemeen worden de Chinezen van zuivere afkomst van de in Indië uit de kolonisten geboren bastaard-Chinezen, die de naam van pĕranakan dragen,...