Wat is de betekenis van Kanut?

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kanut

→ Kanoet.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Kanut

koningen van Denemarken o. a. II. de Grote 1018-1035, zoon van Sven, 1016 koning van Engeland, 1028 van Noorwegen, bevorderaar van het kristendom. IV. de Heilige 1080-1086, stierf als martelaar; feest: 19 Jan. Zoon: Karel de Goede, graaf van Vlaanderen. Als mansnaam ook: Knoet.

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Kanut

Kanut - 1) (Cnut) de Groote, zoon van den aanvoerder der Denen Svend, volgde zijn vader in 1016 op en werd spoedig na den dood van Edmund Ironside als koning van Anglia erkend. Hij handhaafde orde en rust in ’t rijk en wist zich door de rijksgrooten, die in zijn tijd den naam van earls kregen, te doen gehoorzamen. Na den dood van zijn zoon Harald (...

2025-07-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Kanut

Knut of Knoet. Onder dezen naam vermelden wij: 1) K. I den Groote, koning van Denemarken en Engeland (1014—35), zoon van koning Sven (Svend), die strijd voerde om de heerschappij in Engeland, zette den door zijn vader begonnen oorlog voort. Eerst bewilligde K. in een verdeeling van het land met den koning der Angelsaksen, Edmund, maar toen de...

2025-07-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kanut

Kanut, m. (-ten), (wondh.) pijpje, zuigpijpje.

Gerelateerde zoekopdrachten