kandidaat-notaris
m. (-sen) hij die zijn eksamen voor notaris heeft afgelegd en daartoe benoembaar is.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-sen) hij die zijn eksamen voor notaris heeft afgelegd en daartoe benoembaar is.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-notarissen), iemand die door het met goed gevolg afleggen van een voorgeschreven examen, onder bepaalde voorwaarden benoembaar is tot notaris. (e) In Nederland is de studie voor kandidaat-notaris sedert 1959 universitair (daarvóór moest men een uit drie gedeelten bestaand notarieel staatsexamen afleggen). De hoedanigheid wordt ve...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: