kalk, m
1. het koolzure zout van het metaal calcium, dat en zoals het in kalkspaat, marmer, krijt, mergel, schelpen voorkomt; 2. (als bouwmateriaal) de door gloeiing van kalksteen of schelpen ontstane stof ongebluste — (calciumoxide) (e): Luikse, Doornikse —; magere, vette —; branden; gare hydraulische — (waterkalk); — blussen...