Kaliber
o. (-s), 1. middellijn van de ziel van vuurwapens en van kogels: geschut van groot kaliber ; ook als maat waarin de lengte van de loop wordt uitgedrukt; bij uitbr. ook in toepassing op de middellijn van buizen en andere holle voorwerpen ; vormwijdte in walsen voor het trekken van draad en profielijzer; 2. eert. werd de zwaarte van vuurwapen...