Kalfsoester
v. (-s), rond lapje kalfsvlees, ter grootte van een oester, in eiwit en paneermeel gebakken.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-s), rond lapje kalfsvlees, ter grootte van een oester, in eiwit en paneermeel gebakken.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
dun stukje kalfsvlees. stuk kalfsvlees uit de haas, de fricandeau of een ander mals en mager stuk, dat dun en meestal in ovaalvorm wordt uitgesneden, dat wordt gebakken en dat doorgaans per twee stuks wordt geserveerd als een eenmansportie. Voorbeelden: Geef na de risotto een in boter gebakken kalfsoester, vlak voor het serveren bedr...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kalfsoester - Zelfstandignaamwoord 1. gepaneerd stuk kalfsvlees ♢ Ik at deze kappertjes van de week over een salade niçoise (erg lekker), over een kalfsoester met linzen (niet te versmaden) en over dit nederige, maar oh zo lekkere schoteltje van witte bonen, ui, tomaat en tonijn. Woordherkomst...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-s), rond stuk kalfsvlees van 50—100 g, oorspronkelijk ter grootte van een oester, in eiwit en paneermeel gebakken. (e) Kalfsoesters worden gesneden van omvangrijke spieren, b.v. de kogel. De kalfsoester kan gelardeerd worden met enkele reepjes spek of gevuld worden. Een gevulde kalfsoester wordt gemaakt door een horizontale snede te m...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: