Kaf, schutblaadjes
o., I. (stofn.) de schutblaadjes, hulzen van gedorste korenaren, bij uitbr. ook doppen enz. van peulvruchten, vlas enz.; vaak genoemd als iets zeer lichts, vand. (bijb.) als kaf verstuiven (voor de wind), verstrooid, uiteengejaagd worden; — genoemd als het waardeloze tgov. het koren : (fig.) het kaf van het koren ziften, scheiden,...