Wat is de betekenis van kade, kaai?

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kade, kaai

v. kaden (1 houten of stenen oeverdam, waaraan de schepen kunnen aanleggen, laden of lossen; bij uitbr. walkant, weg, straat er langs; ook: de weg, de straat met de huizen enz., er langs of er op; 2 lage, smalle dijk tot waterkering, landscheiding enz.): 1 aan een kade, kaai liggen; 2 zie z o m e r k a d e, z o m e r k a a i.