Wat is de betekenis van Joris?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Joris

m. (-sen), 1. de Nederl. vorm van Georgius, George, naam van een heilige, Sint Joris, die een draak overwon, de patroon der krijgslieden en der voetboogschutters (vgl. St.-Jorisdoelen), ook van gasthuizen, vand.: bij St. Joris in de kost zijn, voor niets mede-eten ; 2. mansnaam; (spr.) het is een domme Joris; Joris Go...

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Joris

(1998) (euf. of sch.) mannelijk lid. Syn.: Bello*; Gerrit*; Janus*; Jodocus*; Joost* enz. • Haar benen weken en de mollige dijen werden zichtbaar. En opnieuw vatte ze hem. ‘Nou nou, die joris is wel een okkeloen geworden, generaaltje. (Heere Heeresma: Pompen of... Prachtporno uit de Drasdelta. 1998)

2025-07-23
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Joris

Variant van George of Gregorius. Eigenlijk is de naam ontstaan uit Gregorius, maar deze werd met George verward. Joris ook in het Fries, daar voorbeelden van vervorming tot Sjors en Gerard.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Joris

Joris - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-23
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Joris

Bij Sint Joris ‘bij de heilige Joris’ is een eedformule, waarbij de heilige Joris tot getuige wordt aangeroepen dat men de waarheid spreekt. Het ijdel gebruik van die eedformule maakt haar tot vloek, die, om te voorkomen dat de heilige dat gebruik aan de spreker zou vergelden, verbasterd en dus afgezwakt kan worden. Het be...

2025-07-23
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Joris

m Variant van George of Gregorius. Eigenlijk is de naam ontstaan uit Gregorius, maar deze werd met George verward. Joris ook in het Fri., daar voorbeelden van vervorming tot Sjors en Gerard.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Joris

('jo:ris) m. (-sen) → Georgius.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Joris

Sint, ➝Georgius.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Joris

JORIS, m. (-sen), mansnaam; (spr.) het is een domme Joris; het is Joris en Trijn, al te mal of niemendal (nu eens al liefde wat er aan is, dan weder de grootste ruzie); — naam van een heilige, Sint Joris of George die den draak overwon, hij is de patroon der krijgslieden en boogschutters (vgl. St. Jorisdoelen); — Orde van St. Joris, Be...