Jargon (philol.)
1° Een mengsel van talen, een bedorven taal, een „knoeitaal”. 2° Een voor oningewijden moeilijk verstaanbare taal; een „dieventaal”. Het j. der rechtsgeleerden. Een geleerd j. (Wbk. Ned. Taal, VII, I) (Fr.: argot). Omdat men ➝ Jiddisch niet begreep, of minachtte, werd het ook j. genoemd. 3° In de ➝ geheimtalen ve...