Jagermeester
m. (-s), waardigheid ten hove; voorheen een voornaam ambtenaar die het opzicht had over een geheel jachtdistrict.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), waardigheid ten hove; voorheen een voornaam ambtenaar die het opzicht had over een geheel jachtdistrict.
F.J.J. Tebbe (2005)
Hoffunctionaris die aan het hoofd staat van het koninklijk jachtdepartement. Tot de taken van de jagermeester hoort het zorgdragen voor de kwaliteit en kwantiteit van het (grof)wild. Hieronder valt het regelen van het afschot, het toezien op de gezondheid van het wild en het bijvoederen. Verder is de jagermeester belast met de organisatie van de ho...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. -s (opperjager, hoofd der jachtbedienden; opperste der jagers van een adellijk, vorstelijk enz. persoon; hoogste ambtenaar bij het jachtwezen enz., hoftitel).
Jozef Verschueren (1930)
('ja:gər) m. (-s) meester, hoofd van jagers nl. 1. hoofd der jachtbedienden. 2. opperste der jagers aan een vorstelijk hof. 3. hoogste ambtenaar bij het jachtwezen in een gewest.
J.H. van Dale (1898)
JAGERMEESTER, m. (-s), zekere waardigheid ten hove; een voornaam ambtenaar, die het opzicht heeft over een geheel-jachtdistrict.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: