JAËZER
Num. 21 : 32, een stad door Amorieten bewoond en door Israël veroverd; toegewezen aan Gad, Joz. 13 : 25, als Joab de telling volbrengt begint hij bij het Z.lijk gelegen Aroër en bij de stad, die midden in het dal ligt en in de buurt van J. (2 Sam. 24 : 5); er was een kolonie van Hebronieten, 1 Kron. 26 : 31. Het lag volgens het Onomasticon 10 mijl...