Wat is de betekenis van Israëls, Isaac?

2025-07-25
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Israëls, Isaac

Israëls, Isaac - Isaac Israëls (1865-1934), heeft op een geheel andere wijze dan zijn vader Jozef Israëls* in de stad de typen voor zijn werk gevonden. In het A. van omstreeks 1885, met het opkomen van verschillende industrieën en de sociale nasleep vandien, heeft hij de fabrieksmeiden, de "waspitten"*, getekend en geschilderd, alsmede het eigenaar...

2025-07-25
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Israëls, Isaac

(1865-1934), zoon van Jozef, Nederlands schilder, tekenaar, etser en aquarellist, werkte te Amsterdam, Parijs en Den Haag, ontwikkelde zich te Parijs tot een impressionistisch kunstenaar en schilderde met virtuositeit mondaine taferelen, als café’s, kermissen, bars enz., ook portretten en, na een reis naar Java, ook Indische straattone...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Israëls, Isaac

Ned. schilder, *3.2.1865 Amsterdam, ♱7.10.1934 s-Gravenhage; zoon van Jozef Israëls. Israëls kwam vroeg in aanraking met kunst. Hij was grotendeels autodidact en vermeed de invloed van zijn vader. Door het lezen van maatschappijkritische litteratuur (o.a. van Zola) ging hij zich interesseren voor de arbeiders die daarin beschreven werden,...

2025-07-25
NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Israëls, isaac

ISRAËLS (Isaac), parnassijn (diaken) en mede-stichter der joodsche gemeente te Groningen, in welke kwaliteit hij in 1744 den raad om goedkeuring van het reglement verzocht. Hij was afkomstig uit Meppel en is de stamvader van Jozef Israëls.

2025-07-25
Winkler Prins Studie

UNIEBOEK | HET SPECTRUM (2024)