Intreden
(trad in, heeft en is ingetreden), I. onoverg., binnengaan in of door : hij trad de kamer, de deur in; — (fig.) een loopbaan, de maatschappij intreden; hij is zijn twintigste, jaar ingetreden, zijn twintigste levensjaar heeft een aanvanggenomen ; — (van tijdruimten) een aanvang nemen : een periode van grote hitte...