Wat is de betekenis van intransigent?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Intransigent

(<Fr.), bn., zich niet schikkend, niet tegemoetkomend; zelfst. als ben. voor de aanhangers van (politieke) partijen, die bij hun beginselen blijven en van geen schikkingen met de tegenpartij willen weten.

2025-07-22
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Intransigent

[Fr. intransigeant, van Sp. los intransigentos (radicale republikeinen), van Lat. in = niet, van trans = naar de overzijde (zie trans-), en igere = agere = voeren] onverzoenlijk, niet van schikkingen met of tegemoetkomingen aan de tegenpartij willende weten.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Intransigent

onverzoenlijk (partijganger)

2025-07-22
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Intransigent

onverzoenlijk.

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Intransigent

onverzoenlijk

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

intransigent

intransigent, wars van geschipper, onverzoenlijk.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

intransigent

1. m. -en (Fr. onverzoenlijk partijganger); 2. bn.; lees -gent.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

intransigent

(intransi’gent) 1. bn. en bw. onverzoenlijk. 2. m. (-en) onverzoenlijk partijganger.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

intransigent

[→Fr.], bn., zich niet schikkend, niet tegemoetkomend, zelfst. als ben. voor de aanhangers van (politieke) partijen, die bij hun beginselen blijven en van geen schikkingen met de tegenpartij willen weten.