Wat is de betekenis van Insuffisant?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insuffisant

(<Fr.), bn. bw., onvoldoende.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Insuffisant

[Fr.] ontoereikend.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Insuffisant

onvoldoende

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Insuffisant

ontoereikend

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Insuffisant

onvoldoend, ontoereikend, ongenoegzaam; onbekwaam.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Insuffisant

ontoereikend.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

insuffisant

(insuffi'zant) bn. en bw. ongenoegzaam, ontoereikend.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

insuffisant

[→Lat.], bn. en bw., onvoldoende.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Insuffisant

Fr., onvoldoende.