Instoten
(stiet, stootte in, heeft ingestoten), 1. door stoten doen indringen : 2. naar binnen stoten, duwen : zij stieten hem de kamer in; 3. (Zuidn.) al stotende, op min of meer zonderlinge wijze binnenkomen : 't was al over twaalven, toen hij kwam ingestoten; 4. door stoten breken : hij heeft een glasruit ingestoten ; het...