Wat is de betekenis van Instauro?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Instauro

(1); 1. in het werk stellen, bereiden, aanrichten, choros, Verg., sacrum diis, Tac. 2. praegn., opnieuw organiseren, vernieuwen, herhalen, sacrificium, Cic., ludos, Liv., diem donis, de dag door offers opnieuw inwijden, Verg.; verder scelus, caedem, Cic., enz.; herstellen, opfrissen, animum, Verg.

Gerelateerde zoekopdrachten