Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Instauro

betekenis & definitie

(1);

1. in het werk stellen, bereiden, aanrichten, choros, Verg., sacrum diis, Tac.
2. praegn., opnieuw organiseren, vernieuwen, herhalen, sacrificium, Cic., ludos, Liv., diem donis, de dag door offers opnieuw inwijden, Verg.; verder scelus, caedem, Cic., enz.; herstellen, opfrissen, animum, Verg.

< >