Inscrībo
scripsi, scriptum (3); 1. in -, op iets schrijven, libris nomen suum, Cic., alqd in basi, Cic., fig., indrukken, -prenten, in fronte alcs, Cic., in animo, Cic. | overdr., toeschrijven = geven, toeëigenen, sibi nomen philosophi, Cic.; als bewerker (oorzaak) van iets aangeven, deos sceleri, Ov., dextr...