Wat is de betekenis van Infīnītus?

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Infīnītus

1. onbegrensd, grenzenloos, oneindig, eindeloos; onophoudelijk; ontelbaar; s u b s t. infinitum, i, n. het oneindige, onmetelijke, Quint., auri, een ontzaglijke massa, Eutr. 2. onbepaald, algemeen, vand. ook = abstract.

2025-07-25
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

INFINITUS

Oneindig.