Wat is de betekenis van Infinitivus?

2025-07-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Infinitivus

onbepaalde wijs, vorm v/h werkwoord die de handeling of het ondergaan daarvan aanduidt.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Infinitivus

(Lat., eigenlijk: modus infinitivus = onbepaalde wijs), in de grammatica der Indo-Germ. talen een woordvorm, die zich zoowel van het verbum als van het substantivum onderscheidde, tusschen beiden in stond. Dit is de reden, waarom de i. zich dan weer nauwer bij het verbum, dan weer meer bij het substantivum aansluit. In een zin als: „spreken i...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

infinitivus

('ti:vus) m. (... tienen, ...vi) Taalk. onbepaalde wijs.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

infinitivus

[Lat.], m. (-tivi), (ook: infinitief), onbepaalde wijs (de zelfstandig naamwoordelijke vorm van het ww.); ww. in die vorm.

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Infinitivus

Infinitivus of onbepaalde wijs noemt men dien vorm van het werkwoord, waardoor de handeling of het Iijden in het algemeen wordt aangeduid zonder acht te geven op eenig onderwerp. Daar echter de handeling of het lijden in een bepaalden tijd moet plaats hebben, kan men een tegenwoordigen, verleden enz, tijd der onbepaalde' wijs hebben. De vorming van...

2025-07-25
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

infinitivus

infinitivus - m.( taalk.) onbepaalde wijs