Wat is de betekenis van Indecent?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Indecent

(<Fr.), bn. (-er, -st), (van iemands houding en gebaren, Ideding, taal en woorden enz.) on welvoeglijk, onbetamelijk, aanstotelijk, onzedelijk.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Indecent

[Lat. indecens, -entis] onwelvoeglijk, oneerbaar.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Indecent

onwelvoeglijk

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Indecent

onbetamelijk, oneerbaar

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Indécent

onbetamelijk, onwelvoeglijk, onvertogen, onfatsoenlijk, oneerbaar.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Indécent

(Fr.), onbehoorlijk, oneerbaar.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

indecent

aanstoot gevend, onbetameliJk, oneerbaar.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

indecent

bn., bw. (Fr. indécent: oneerbaar, zedenkwetsend; onwelvoeglijk).

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

indecent

onbetamelijk, oneerbaar.