Wat is de betekenis van incapabel?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Incapabel

(<Fr.), bil., onbekwaam, ongeschikt.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

incapabel

incapabel - Bijvoeglijk naamwoord 1. de vaardigheden niet hebben die nodig zijn voor het uitvoeren van een taak Het doel heiligde blijkbaar de middelen. Mensen die al in een vroeg stadium waarschuwden voor de schadelijke gevolgen van de gaswinning zijn weggezet als doemdenkers, incapabele wetenschapp...

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Incapabel

onbekwaam

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Incapabel

onbekwaam, ongeschikt.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

incapabel

onbekwaam, ongeschikt.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

incapabel

bn. (onbekwaam; ongeschikt).

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

incapabel

onbekwaam.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

incapabel

[cLat.j, bn., onbekwaam, ongeschikt.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

incapabel

incapabel - onbekwaam, ongeschikt.