Wat is de betekenis van Imprŏprĭus?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Imprŏprĭus

oneigenlijk, onpassend; s u b s t., improprium, ii, n. het onpassende, Quint., plur. ook = onpassende uitdrukkingen, Quint.

2025-07-23
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

IMPROPRIUS

Oneigenlijk, oneigen (Tgd PROPRIUS, Eigen, eigenlijk).

2025-07-23
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten