Wat is de betekenis van Improbabel?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Improbabel

(<Fr.), bn. (-er, -st), onwaarschijnlijk.

2025-07-21
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Improbabel

[Lat. improbabilis = eig.: verwerpelijk] onwaarschijnlijk.

2025-07-21
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Improbabel

onwaarschijnlijk

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Improbabel

onwaarschijnlijk

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

improbabel

onwaarschijnlijk.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

improbabel

bn. (onwaarschijnlijk).

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

improbabel

(impro'ba:bəl) bn. en bw. (-er, -st) [Fr. < Lat. in, niet + probabel] onwaarschijnlijk.

2025-07-21
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

improbabel

[→Fr.], bn. (-er, -st), onwaarschijnlijk.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

improbabel

improbabel - onwaarschijnlijk.

Gerelateerde zoekopdrachten