iemand in de zeef nemen
(1984) (Vlaanderen, inf.) iemand belachelijk maken, bespotten; iemand beetnemen. • Iemand een worst bakken, in de zeef nemen, in zijn gat zien, een taart bakken, door de mand trekken, een perte bakken, over de buik rijden, op krukken houden, breidelen en brillen, de duivel aandoen, in de emmer leggen, een vijg koken, iets kuisen, aan de trap b...