iemand de broek opbinden
(19e eeuw) (inf.) iemand eens flink de waarheid zeggen. • Iemand de broek opbinden (of: opveteren). (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) iemand eens flink de waarheid zeggen. • Iemand de broek opbinden (of: opveteren). (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
F.A. Stoett (1923-1925)
D.w.z. iemand berispen, tot zijn plicht brengen; vroeger syn. iemand de broek of de boksen opnestelen of opveteren, door Halma vertaald met: repasser quelqu'un comme il faut, lui donner bien sur les oreilles; in Gron. iemand de boksen opbinden (Molema, 48 a; Bergsma, 14; [i]Dr. Bl.[/i] III, 45); in Drente: een 'n nei buis...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: