Wat is de betekenis van Hutton?

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Hutton

(’hʌttən) (James) Schots aardkundige, ° 1726 en ✝ 1797 te Edinburg; grondlegger van het plutonisme.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hutton

Hutton - (James), 1726—97, Engelsch arts, die zijn opleiding ten deele ook in Leiden ontving, zich echter niet als zoodanig vestigde. Hij werd wereldberoemd door zijn geologische verhandeling: Theory of the earth, voor het eerst verschenen in 1785, veel uitgebreider als afzonderlijk boek in twee deelen, opnieuw in 1795. Hoewel daarin ook vele ander...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hutton

James, Schots geoloog, *3.6.1726 Edinburgh, ♰26.3.1797 Edinburgh. Hutton verrichtte na studies rechten en medicijnen, geologisch onderzoek in Europa. Naar aanleiding daarvan schreef hij Theory of the earth. Hierin wijst hij op de cyclus van het aardoppervlak: verwering-sedimentatie-diagenese-metamorfose-opheffing-verwering, waarbij metamorfose, ops...

2025-07-24
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Hutton

(James), schotsch genees- en scheikundige, geb. 1726 te Edinburg, gest. 1797, ontving 1749 den doctoralen graad te Leiden, beoefende met goed gevolg landbouwkunde, mineralogie, geologie, natuurkunde, philosophie en wiskunde, en schreef eene menigte werken. (Charles), engelsch wiskundige, geb. 14 Aug. 1737 te Newcastleupon-Tyne, van 1772 tot 1807 pr...