Wat is de betekenis van Hoorder?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoorder

m. (-s), die naar iets hoort; in ’t bijz. toehoorder: mijn hoorders!-, geëerde, waarde hoorders!' iem. die als afgevaardigde van een kerkeraad een predikant gaat horen.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoorder

hoorder - Zelfstandignaamwoord 1. (formeel) (persoon) iemand die naar iets luistert In sommige Aboriginetalen oriënteert men zich ruimtelijk niet, zoals wij, op de spreker of hoorder, maar staat de geografische wereld centraal: iets staat niet links of rechts naast je, voor je of achter je, maar ten...

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hoorder

toehoorder, luisteraar.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoorder

s., harker, hearder; (lid van hoorcommissie), doomny(s)harker, -hearder.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoorder

m. -s; hij, die toeluistert: waarde hoorders.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoorder

(’ho:rdər) m. (-s) hij die hoort, toeluistert; mijn waarde -s. Syn. toehoorder.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hoorder

m. (-s), iemand die naar iets hoort: in het bijzonder toehoorder: mijn hoorders!; iemand die als afgevaardigde van een kerkeraad een predikant gaat horen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoorder

HOORDER, m. (-s), die naar iets hoort, toehoorder: mijne hoorders!; geëerde, waarde hoorders! HOORDERES, v. (-sen).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)