Wat is de betekenis van Homonóom?

2025-07-26
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Homonoom

(νόμος, wet), van segmenten, die wat betreft bouw en verrichting gelijksoortig zijn.

2025-07-26
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Homonóom

1. van segmenten, die wat betreft bouw en verrichting gelijksoortig zijn. Vgl. Heteronoom. 2. benaming van ziekteverschijnselen, welke aan de ziekte op zichzelf eigen zijn (assymptoom) (H o c h e), in tegenstelling met randsymptoom.

Gerelateerde zoekopdrachten