Wat is de betekenis van Holländer?

m. (-s), 1. bewoner van Holland; bij uitbr. (Noord-)Nederlander; — de vliegende Hollander, het spookschip van kapitein Van der Dekken of De Dekker in de wateren beoosten de Kaap de Goede Hoop; — vliegende hollander, vierwielig wagentje dat met een krukas en twee hefbomen voortbewogen wordt, als kinderspeeltuig ; 2. (Ind.)...

Het begrip Hollander heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand uit Nederland. iemand met de Nederlandse nationaliteit; iemand die behooort tot het Nederlandse volk; iemand die afkomstig is uit Nederland; inwoner van Nederland; Nederlander. In het meervoud ook in toepassing op het hele volk. 2) iemand uit Noord-Holland of Zuid-...

1) (1906) (Amsterdam, Barg.) sleutel met een kruis in de baard. • Hollanders: sleutels met kruisen. Ze waren bezig eenige Hollanders uit te peezen (uit te vijlen). (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)...

Hollander - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) iemand afkomstig uit of wonend in Noord- of Zuid-Holland 2. (demoniem) Nederlander Woordherkomst Afgeleid van Holland met het achtervoegsel -er Synoniemen [2] Nederlander

Alleen Hollanders denken dat ‘Hollander’ en ‘Nederlander’ hetzelfde betekent. In Limburg, Brabant, Zeeland, Groningen, Friesland en Drente noemen de mensen zich vrijwel nooit ‘Hollander’. Ze noemen zich Nederlander. Zij beseffen scherp dat in het westen van Nederland, in Holland, de macht is geconcentreerd. Limburgers e.a. voelen dat ze daar niet b...

In papiermolens, gangbare benaming voor de maalbak.

F.Q. den. Zie: →Tweede Wereldoorlog 3 en → Artillerie Inrichtingen.

in de oorspronkelijke Brabantse regio’s een wat denigrerende benaming voor alle „import”, vooral toegenomen sinds de jaren zestig: de toename van allochtonen was het gevolg van de industriële expansie; daardoor ontstond er ook in de dorpen een vestiging van mensen van „boven de Moerdijk”. Het „Hollander&rdqu...

Cz, Hendrik; geb. Leeuwarden 7 augustus 1823, overl. Amsterdam 1 juni 1884. Woonde en werkte in deze stad. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1844-1849) en van Nicolaas en Jan Willem Pieneman. Schilderde genre- en historiestukken; heeft ook gelithografeerd. In 1850 werd hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonste...