Wat is de betekenis van histrion?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Histrion

kluchtspeler; potsenmaker.

2025-07-27
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Histrión

m. komediant, potsenmaker.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

histrion

(Gr.) m. toneelspeler.

2025-07-27
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

histrion

m. toneelspeler.