Wat is de betekenis van hiet op de koek?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

hiet op de koek

(1955) (Amsterdam) op hetzelfde moment. • hiet op de koek, op hetzelfde ogenblik, Smis 1955. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)