Het vette der aarde genieten
overvloed en weelde; ontleend aan den Bijbel, waar de uitdrukking meermalen voorkomt, o a. in Gen. 45 : 18: „Gij zult het vette dezes lands (d.i. van Egypte) eten.” Het vet werd bij de Israëlieten als het beste van de dieren beschouwd, en was daarom een beeld voor het beste van akkers en gewassen.