hersenen (hersens)
v./m. (mv.), 1. cerebrum, de bij de mens en de gewervelde dieren in de schedelholte gelegen weke, van buiten grijze, in vier lobben verdeelde massa celweefsel, die de zetel geacht wordt te zijn van de geestelijke vermogens en het centrum van de zintuiglijke gewaarwordingen (e); 2. dit orgaan als zetel van het verstand: de inspannen, sterk nadenken...