Wat is de betekenis van herfstdag?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herfstdag

m. (-en), dag in de herfst; (ook) herfstige dag : ’t is een echte herfstdag, een gure, onstuimige dag.

2025-07-22
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

herfstdag

dag in de herfst. dag van het herfstseizoen; dag in de herfst. Voorbeelden: Plotseling zou de druppelachtige herfstdag opfleuren vanwege het doorbreken van de zon, waaronder nooit iets nieuws gebeurt. Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

herfstdag

herfstdag - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) een dag in september , oktober of november Woordherkomst samenstelling van herfst en dag Antoniemen herfstnacht Verwante begrippen lentedag, zomerdag, winterdag

2025-07-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Herfstdag

s., hjerstdei.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

herfstdag

m. (-en), dag in de herfst; (ook) herfstige dag: het is een echte een gure, onstuimige dag.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)