Helm
m. (-en), 1. lederen of metalen hoofddeksel of kap om het hoofd te beschutten, hetzij in de strijd of tegen vallen en stoten: hij had een koperen helm op zijn hoofd; zijn zwaard kloofde de helm ; helmen met wapperende pluimen; de politieagenten droegen tot voor kort helmen; een brandweerman met een helm; — in de tropen draagt me...