Wat is de betekenis van heleboel?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heleboel

in de bw. uitdr. een heleboel, veel, een groot aantal (gemeenz.): een heleboel kinderen; hij heeft er een heleboel; vind je dat weinig ? ik vind het een heleboel'.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heleboel

heleboel - Hoofdtelwoord 1. een ~: veel Een heleboel bomen zijn door de storm omgewaaid. Een heleboel benzine ging in de brand in vlammen op. heleboel - Onbepaald voornaamwoord 1. de ~: alles ...

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heleboel

heleboel - telwoord uitspraak: he-le-boel 1. heel veel ♢ een heleboel kinderen Telwoord: he-le-boel Synoniemen kluit

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heleboel

(het accent wisselt), in de bijw. uitdr. een —, veel, een groot aantal: een heleboel kinderen; hij heeft er een —; vind je dat weinig? ik vind het een heleboel!

2025-07-29
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

heleboel

heleboel telw. 'veel' categorie: geleed woord Nnl. in de heele boel 'een (in de tekst eerder genoemde) verzameling mensen' [1785; WNT boedel], een heele boel voetstoots vernuft 'een hele hoop ongedefinieerde begaafdheid' [1785; WNT boedel]. een heele boêl achting 'veel achting' [1789; WNT opdoen...

2025-07-29
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)