Hel, onderwereld
v., 1. de onderwereld, het doden- of schimmenrijk; 2. in ’t bijz., naar de Christelijke opvatting, de onderaardse verblijfplaats der verdoemden, vooral als plaats der verschrikking, waar de zondaar voor zijn boosheid wordt gestraft, het tegenovergest. van hemel: zondaren komen in de hel; in de hel zult gij nedergestoten word...