Wat is de betekenis van Hecht, stevig aaneen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hecht, stevig aaneen

bn. bw. (-er, -st), 1. stevig aaneengevoegd, in elkaar gezet, bestand tegen aantasting: hecht en sterk; een hecht en weldoortimmerd huis; het rust op hechte grondslagen, ook fig.; (bw.) het is hecht en sterk gebouwd; 2. (fig.) onverbrekelijk : een hechte vriendschap ; een hechte vrede, die duurzaam is.