He
tw., I. met open e (hè), 1. om krachtsinspanning uit te drukken: hè, wat zit dat vast! 2. uiting van pijn: hè, dat doet zeer! 3. uiting van vermoeidheid: hè, ik ben blij dat ik zit! hè hè, is dat lopen! 4. uiting van opluchting: hè, dat is een pak van mijn hart!...