Wat is de betekenis van Hardy?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

hardy

gehard; onversaagd, stout(moedig), koen; flink; hardy annual, 1. harde plant; 2. fig (elk jaar) geregeld terugkerend onderwerp.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Hardy

Hardy - 1° Alexandre, Fransch tooneelschrijver; * 1570 te Parijs, ✝ ca. 1632. Voorlooper en tijdgenoot van Corneille. Schreef 700 stukken met de meest eigenaardige thematiek. Hij bekommert zich noch om de samenstelling zijner werken, noch om de echtheid der karakters, noch om den stijl; zoekt enkel beweging en leven. UlrixUitg. : E. Sten...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Hardy

('ha:di) 1. (Thomas) Engels schrijver, °1840 en ♰1928 te Dorchester; schreef romans o. a. Far from the Madding Crowd (1873), The Return of the Native (1878) en poëzie o. a. het episch drama The Dynasts (1904). 2. (har'di) (Adolphe) Frans-Belgisch dichter, °1868 te Dison, ♰1954 te Brussel; schreef o.a. La Route enchanté...

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hardy

Hardy (Ralph Price), geb. 1838, overl. 1915, Engelsch actuaris, schrijver van tal van artikelen in vaktijdschriften; begon zijn loopbaan als klerk op 16-jarigen leeftijd en eindigde als actuaris in 1869. Sedert 1893 vice-president van het Institute of Actuaries, en van 1883 tot ’88 redacteur van het door die instelling uitgegeven Journal.